Home »
Het is gebruikelijk dat je als adviseur een of twee dagen voordat een kandidaat op assessment komt, relevante informatie over die persoon ontvangt ter voorbereiding: curriculum vitae, vraagstelling van de opdrachtgever (soms ook van de kandidaat zelf), persoonlijkheidsvragenlijst(en) en de uitslag van de cognitieve oefentoets. Het is dan iedere keer weer interessant, leuk en leerzaam om te zien hoe de kandidaat ‘in het echt is’ vergeleken met de informatie die je over hem of haar op papier aangeleverd hebt gekregen. En soms ook verrassend omdat er een heel ander iemand voor je zit dan je van tevoren verwacht had.
Zo ook laatst, toen ik een kandidate – laten we haar mevrouw Factor noemen – moest testen op haar geschiktheid voor een managementfunctie. Mevrouw Factor is sinds een aantal jaar werkzaam als docent voor een grote onderwijsinstelling en heeft getuige haar c.v. en sollicitatiebrief duidelijk de ambitie om door te groeien. Zij wil graag meer verantwoordelijkheid dragen, meedenken over strategie en beleid en een team aan gaan sturen. Buiten haar werk om is zij actief in het verenigingsleven en vervult zij enkele voorzitterschappen, wat je als pre kunt beschouwen. Een nadere blik op de onderzoeksuitslagen laat zien dat de capaciteitenscore rond het beoogde academische gemiddelde ligt, dus ook dat is in principe gunstig. Verder heeft de opdrachtgever geen specifieke aandachtspunten, behalve de vraag of zij het ‘nu al’ aan kan. Mevrouw Factor is vrij jong (rond de dertig) en zou een team moeten gaan aansturen waarin de gemiddelde leeftijd beduidend hoger ligt en bovendien veel mannen in zitten. Kan lastig zijn. Verrassend is echter de uitkomst van de persoonlijkheidsvragenlijst, waarin de zogehete ‘Big Five’ scores zijn weergeven. Ter info: deze scores staan voor 5 hoofdgebieden die je in veel psychologische persoonlijkheidsvragenlijsten terug ziet. Bij mevrouw Factor waren de scores dermate extreem hoog of laag, dat er al snel alarmbellen gingen rinkelen: heel ongeorganiseerd, zeer direct en dominant, ongeduldig en een zorgelijke inslag knalden er als het ware uit. Niet handig als je de grote lijnen moet uitzetten, bewaken en mensen met je mee moet zien te krijgen. Hoe aangenaam bleek dan ook de verrassing dat deze dame in het assessment en ‘in het echt’ een stuk genuanceerder bleek en ook effectiever te zijn dan dat zij op de vragenlijst liet zien. Ongeorganiseerd ja, maar wel in staat om zichzelf daarop bij te sturen. Direct ja, maar wel voldoende tactvol omdat ze begrijpt dat ze daarmee anderen kan afstoten (heer Trump, leest u mee?). Dominant ook, maar bescheiden wanneer zij weet dat de ander gelijk heeft. Ongeduldig en zorgelijk waren ook herkenbaar, maar dan wel op zo’n manier dat zij zichzelf en anderen daardoor eerder constructief op scherp zet dan dat er brokken gemaakt worden of er niets van de grond komt. Dit overigens met dank aan het interview en de rollenspelen, waarin mevrouw Factor vooral zelf degene was die het extreme plaatje van vooraf op een geloofwaardige en reële manier bijstelde.
Moraal van dit verhaal voor zowel de adviseur, kandidaat als opdrachtgever: ga nooit af op de uitkomsten van één vragenlijst of onderdeel, kijk naar het grote geheel. Pas dan worden de nuances zichtbaar, komt de kandidaat pas echt tot zijn recht en wordt de toegevoegde waarde van het assessment duidelijk.
drs Arno de Muynck is register (assessment) psycholoog (NIP)
Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!